De naam Ronald Koeman is diep verweven met de geschiedenis van de Eredivisie. Hij debuteerde in 1980 bij FC Groningen en speelde daarna voor de traditionele topclubs Ajax, PSV en Feyenoord. Ook als trainer was hij actief bij deze drie clubs, én bij Vitesse en AZ. Koeman kwam als speler tot 342 Eredivisiewedstrijden en als trainer tot 336 – samen goed voor twintig seizoenen op het hoogste niveau.
Internationaal heeft hij eveneens een indrukwekkende staat van dienst. Hij maakte deel uit van het legendarische ‘Dream Team’ van FC Barcelona, zowel als speler én later als trainer. Met Oranje werd hij in 1988 Europees kampioen. In datzelfde jaar won hij ook de landstitel, de beker én de Europa Cup I met PSV, onder Guus Hiddink. Koeman benutte daarin feilloos zijn strafschop in de beslissende serie tegen Benfica. Hij blijft nog altijd recordhouder van de meeste benutte penalty’s in Nederland: 44 in totaal.
De Eredivisie Oeuvre Award wordt uitgereikt aan personen die van uitzonderlijke waarde zijn geweest voor het Nederlandse voetbal. Eerder viel deze eer te beurt aan onder meer Arjen Robben, Louis van Gaal, Edwin van der Sar en postuum aan Wim Jansen. Ronald Koeman is nu de vijfde in dit bijzondere rijtje.
Jan de Jong, directeur Eredivisie CV, zegt hierover:
“Van Groningen tot Barcelona: Ronald Koeman is uitgegroeid tot een icoon van het Nederlandse voetbal. Afkomstig uit een echte voetbalfamilie, stond het thuis altijd in het teken van het spel. Al meer dan veertig jaar drukt hij zijn stempel op het voetbal, in binnen- én buitenland. Winnen zit in zijn natuur – en falen is voor hem geen optie. Hij is uitgesproken, altijd aanwezig, nooit saai. Een professional pur sang én een droom voor iedere journalist.”
“De enige persoon die zowel voor Ajax, Feyenoord als PSV speelde én diezelfde clubs later ook trainde. Hij werd zeven keer kampioen van de Eredivisie. Zijn staat van dienst is indrukwekkend: de meest scorende verdediger ter wereld én recordhouder benutte penalty’s in Nederland. Ronald maakte het verschil, keer op keer.”
Ook bij Oranje liet hij zich gelden. Als speler kwam hij tot 78 interlands, als bondscoach tot nu toe 50. En zijn verhaal is nog niet voorbij: het vizier is gericht op het WK in de VS. In 1988 was hij al een held, nu is hij een boegbeeld van het Nederlandse voetbal – én ambassadeur van het aanvallende spel waar Nederland om bekendstaat. Zijn winnende doelpunt in de Europa Cup I-finale met Barcelona bezorgde de club haar eerste Europese hoofdprijs, en maakte hem een vaste waarde in Johan Cruijffs dreamteam.
Met inmiddels 30 prijzen als speler en coach is deze Oeuvre Award een terechte erkenning. De vraag was nooit óf hij hem zou krijgen, maar wanneer. En vanaf vandaag ontbreekt het kanon ook niet meer in de officiële canon van het Nederlandse voetbal.
© PlanetZone Media
